In totaal hadden dit jaar 228 mensen de link naar de Hel van Kasterlee gevonden. Onder hen een aantal grote namen zoals Roel Pauwels, Koen Maris… en dan natuurlijk de ‘habitués’ zoals Kempenzoon Bart vande Water en eeuwige derde Benny Coopmans. Helaas vonden slechts 179 deelnemers het de moeite om aan de start te verschijnen. Uiteindelijk zouden minder dan 140 man mogen GENIETEN van de aankomst in de sporthal Denneneinde. Ook na drie keer nog steeds een kippenvel moment als je het mij vraagt.
Het is jaar na jaar zeer moeilijk om een perfecte voorbereiding te hebben voor de Hel. Dit jaar was dat zeker niet anders. Eerst was er de dip na de Embrunman. Vervolgens moest ik twee weken soldaatje gaan spelen in het Engelse Fairford. Drie weken geleden moest ik dan nog enkele dagen in de zetel vertoeven na een val op mijn ribbenkas en een zeer spetterende buikgriep. Maar van de wedstrijd van dit jaar heb ik één ding onthouden:”Het is belangrijk om uitgerust aan een wedstrijd te beginnen.”
De dag zelf begint voor mij om vijf uur. Met smaak speel ik zes croissants en chocokoeken naar binnen en maak ik mijn bevoorrading klaar.(twee en een half liter cola, twee rijsttaartjes, twee frangipannen, drie bananen en uiteindelijk twee zwarte performance flesjes.). Dit alles vermengd met de Kempense zand, zeer smakelijk.
Na mijn hele lichaam ingesmeerd te hebben met warme zalf, begin ik om acht uur aan de eerste 15 km ‘opwarming’. Mijn richttijd was vijf minuten de kilometer. Snel vond ik een sympathiek groepje waar er hetzelfde tempo op nagehouden werd en tevens ook een aangename babbel geslaan werd. Na 1u 17’ spring ik op mijn fiets. De wissel was zeer snel en we zitten nog op schema. Voor het fietsen had ik een tempo van 1u30’ per ronde vooropgesteld. Ik wist vanop training dat dit moest kunnen en zelf een beetje ruim geschat was, om verval in de laatste ronde te compenseren. Uiteindelijk zou blijken dat ik tussen de 1u20’ en 1u25’ draaide. Een verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat het tweede technische stuk na de vijver ‘Zwart Water’ door kapwerkzaamheden vervangen werd door een licht hellend stuk bosweg waar de snelheid toch hoger lag dan op de single track lussen. Het fietsen verliep zonder noemenswaardige problemen tenzij een valpartij in de eerste ronde. Dit gebeurt nu eenmaal als je tot aan je enkels in de modder verzeild raakt en niet tijdig uit de pedalen klikt. Dan val je gewoon om, gelukkig zonder gevolg. Het eten en drinken verliepen met smaak en dat is belangrijk voor de afsluitende 30 km. Uit ervaring weet ik dat er dan buiten cola niet veel meer in kan.
Nog redelijk fris kom ik in de wisseltent aan en dit voor de eerste keer voor 15 uur. Zo snel als mogelijk trek ik mijn modderschoenen en broek uit. Ik fris me wat op en weg zijn wij voor de laatste drie uur van de wedstrijd. Net als de andere jaren gaat het redelijk vlot de eerste ronde. De hoop om mijn tijd van twee jaar geleden te verbeteren blijf ik koesteren. De eerste kilometers van de tweede ronden behoud ik nog steeds een constant tempo. Na een korte babbel met Filip beginnen mijn schoonbroer en ik aan het laatste uur van de wedstrijd. Als de duisternis begint te vallen, gaat bij mij ook stilaan het licht uit. Dan moet je terugvallen op je ervaring en parcourskennis. Eenmaal uit de bossen is het nog maar een dikke twee kilometer en dan voel je de pijn niet meer. Na 9u42’ kom ik als zestigste de sporthal binnengewaggeld. Tien minuten beter dan mijn eerste deelname drie jaar geleden. Ik denk dat ik met deze tijd mijn limiet bereikt heb. Om een snellere tijd neer te zetten zou ik het verval in de laatste 10 km lopen moeten kunnen beperken. Wat mij betreft is dit niet nodig. Het is al zwaar genoeg en finishen is meer dan voldoende. Bovendien is de eindtijd zeer afhankelijk van het weer.
Kasterlee, tot volgend jaar.
Denis
Geen opmerkingen:
Een reactie posten